Centraal staat het waar gebeurde verhaal van de negentienjarige Flora, die als enige van haar familie verschillende concentratiekampen wist te overleven. In de voorstelling kijkt ze in flashbacks terug op wat zich heeft afgespeeld in de kampen waar zij verbleef tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar laatste woorden zijn: “Ik weet we zijn bevrijd, maar diep in mij is de oorlog nog springlevend”.
Als basis voor de monoloog ‘Een nummer mijn naam’ diende het boek ‘Het meisje met de accordeon’ van Mirjam Verheijen. In dit boek vertelt Flora over haar verblijf in Auschwitz-Birkenau en Bergen-Belsen. Zo weet zij zich een plaats te verwerven in het kamporkest. Hieruit put ze de kracht om zich staande te houden onder deze uiterst moeilijke omstandigheden.
‘Een nummer mijn naam’ is een indringend portret van een jonge Joodse vrouw die aan de gruwelen en ontberingen van het leven in een concentratiekamp weerstand weet te bieden. Vioolmuziek gespeeld door Irene Ruys maakt een integraal onderdeel uit van deze voorstelling. De regie is in handen van José Cruijsberg.